Pizzacap

Pizzacap

Als je in een systeem klem zit dat compleet is vastgelopen door machtsmisbruik, misleiding en incompetentie moet je daarin niet berusten maar samen daartegen in opstand komen.

Een kritische doch komische strip over het wel en wee in een fastfoodrestaurant

Zwart-wit / A5 formaat / 52 pagina’s

7,50 euro + eventuele verzendkosten (Op dit moment uitverkocht!)

Te bestellen via gapscene@gmail.com

Denkend aan vroeger

Op het moment dat ik met het schrijven van dit artikel begin, ligt het jaar 2017 net achter ons. Als ik vanuit m’n blik voorwaarts – verder rijdend over de nu nog eindeloos lijkende weg “Jaar 2018”  – mijn ogen een moment richting m’n achteruitkijkspiegel wend, kan ik de laatste silhouetten van ’17 nog net waarnemen. Ik weet niet of jullie dat ook hebben, maar zo kort na het passeren van een volgende “jaartalgrens” beleef ik altijd wel een paar momenten van weemoed. Zo ook vandaag weer. Hoewel het vertrouwde “vroeger” – en daarmee bedoel ik m’n kindertijd, ‘m’n basis – uiteraard elke dag verder weg raakt, komt het passeren van de hierboven genoemde “grens” in deze optiek toch altijd net ’n tikkeltje harder aan. Net hard genoeg om het even terdege te beseffen.

O wee als Vlekkie de flat van mijn stad omstoot (winter 1978/1979)

“Vroeger was alles beter” hoor je mensen vaak zeggen. “Vroeger was alles beter!” Nee, voor mij geldt dat in een aanzienlijk aantal opzichten zeker niet. De “aspergerkant” van mijn brein, leverde mij in de tijd dat ik de tafels van 1 t/m 10 leerde en de meester ons over de Berlijnse muur vertelde, bij nader inzien veel meer problemen op dan tegenwoordig. Hoewel ik het van mijzelf in beginsel niet doorhad en later van mijzelf niet kon accepteren gedroeg ik mezelf dikwijls als een star, dwangmatig en angstig jochie. Dit uitte zich bij mij vooral in dwanggedachten, specifieke onderwerpen die het overgrote deel van de dag praktisch heel mijn hoofd bezet hielden en die ik niet los kon laten. Door te vluchten in dergelijke preoccupaties zoals (galerij)flats, konijnen, 801, Secret Valley, Bodenmeer en tenslotte Garmisch-Partenkirchen, gingen niet alleen veel sociaal waardevolle momenten aan me voorbij maar ook momenten waarop ik allerhande (praktische) dingen had kunnen leren waarmee ik op een aantal vlakken tot vandaag de dag worstel.

In juni 1984 met een van onze jonge konijntjes.

Waarom dan toch die weemoed bij tijd en wijle? Enerzijds heeft dat te maken met het feit dat ik in die tijd nog nergens verantwoordelijkheid voor hoefde te dragen. “Kwam je uit school, dan ging je spelen, totdat mama riep dat het eten klaar was en als het eten op was ging je weer spelen”. Voor veel mensen met asperger is organiseren moeilijk. Als ik de mogelijkheid zou hebben om zonder financiële consequenties m’n huishoudelijke en administratieve verplichtingen uit te besteden zou ik dat vandaag nog doen. Tja, in dit opzicht was het toen inderdaad beter. Anderzijds speelt ook de onbevangenheid en het gevoel van onbegrensde mogelijkheden die men als kind ervaart een grote rol met betrekking tot mijn weemoed. In tegenstelling tot veel andere kinderen, bleef – vermoedelijk vanwege de beperkende werking van mijn preoccupaties op het vermogen om te spiegelen – het naïeve gevoel in stand dat ik alles kon worden wat ik maar wou en zonder enige beperking overal heen kon reizen. Toen mijn moeder me over de eerste mensen die op de maan waren geweest vertelde toen ik 8 was, zag ik mijzelf daar ook nog wel ’n keer heengaan. Spelend met de ruimtevaartlego op de lichtbruine (ofwel maanzandbruine) vloerkleden voelde ik al bijna aan die ervaring. Met geen cent te makken en nul talenkennis zou ik toen ik 16 was zo richting de meest imposante toppen van de Himalaya of de Andes kunnen reizen. Kuifje en Donald Duck deden dat immers ook. Als het studentenuitzendbureau mij als 24 jarige student naar de industriële wasserij stuurt zodat ik daar een extra zak- of studiecentje kan verdienen doen ze dat omdat ze me aardig vinden. Wellicht vragen ze me de volgende keer wel om voor de Gemeente Tilburg een inpassingsplan te schrijven voor de nieuwe wegverbinding die ik aldaar tijdens mijn stage verzonnen heb. “Op school kreeg je immers ook vaak je zin of bij jou passende dingen te doen als je lief was geweest of goed je best had gedaan”. Dat het op de arbeidsmarkt eigenlijk puur om geld en macht draait besefte ik pas ruimschoots na m’n studietijd. Door de vele frustraties die dit gebrek aan besef mij na het afronden van de universiteit (!!!!) had opgeleverd was ik reeds de 30 gepasseerd tot dit echt tot me doordrong. Tja, ook op dit vlak was het voor mij – los gezien van de (zeer) beperkte realiteitswaarde – vroeger beter.

Tijdens een wandeling over de Philosophenweg in Garmisch-Partenkirchen (april 2000)

Al speurend op het internet naar foto’s van mijn woonomgeving uit of van rond mijn kindertijd – iets wat ik op zo’n moment van weemoed wel eens wil doen – besef ik dat het vooral het gevoel van “ik treed later in de voetsporen van Walt Disney en woon dan in een mooi landhuis in Garmisch-Partenkirchen” is, wat ik dan mis. Het gevoel van “onbegrensde mogelijkheden”, een wereld zonder wetten, grenzen en regels is heerlijk. Als “aspergertje” heb ik dit gevoel pakweg 3 decennia met grote regelmaat mogen ervaren. Daar tegenover stonden echter ook vele momenten van totale sociale onbeholpenheid, onbegrip en belachelijkmakerij. Ik ben in mijn kindertijd niet voor niks diverse malen overspannen en/of depressief geweest. Nee, hoewel ik de illusies van vroeger regelmatig mis, was vroeger toch echt niet alles beter. Mijn ogen verplaatsen zich van de achteruitkijkspiegel terug naar de weg. Als ik voorwaarts kijk probeer ik de dromen en idealistische levensdoelen te ontwaren waartoe ik probeer op weg te zijn. Dit met behulp van mijn grote sociale netwerk en mijn beter wordende praktische vaardigheden. Een aantal afbeeldingen van Tilburg en Riel uit mijn jeugd, die ik vanavond op het internet aantrof, neem ik daarbij mee als souvenier. Slechts als souvenier. Enjoy!

De Oude Tilburgsebaan tussen Riel en het Riels Hoefke in 1981
Het Bels Lijntje in Riel in winter/voorjaar 1987
Het Stadhuis en de Katterugflat te Tilburg in 1978
Korte Heuvel vanuit de St. Josephstraat in Tilburg in 1972 (mijn geboortejaar)
De Dorpstraat in Riel in 1981

Brighton Rock(s)  Deel 2

The Seven Sisters, de beroemde krijtrotsen van Zuid Engeland

Ik was net negen toen ik voor het eerst van mijn leven in aanraking kwam met de krijtrotsen van Zuid Engeland. Dat was in de zomer van 1981. Omdat ik me flink had gehouden tijdens een bezoek aan de tandarts, mocht ik van mijn moeder bij een speelgoedwinkel in Goirle een klein cadeautje uitzoeken. Enkele ogenblikken later was ik de trotse bezitter van het Kuifje album “De zwarte rotsen”.

In het album “De zwarte rotsen” komt Kuifje op het spoor van een bende valsemunters. Dit voert hem uiteindelijk naar een ruïne op een afgelegen rotspunt voor de ruige westkust van Schotland (niet ver van het fictieve plaatsje Kiltoch). Het had overigens niet veel gescheeld of hij had daar nooit zijn missie met succes kunnen voltooien. Een van de meest kritieke momenten in dit opzicht was de ontvoering van Kuifje door twee bendeleden. Als Kuifjes viervoetige metgezel Bobbie niet op het lumineuze idee was gekomen om z’n tanden in een van de achterpoten van een in de buurt grazende geit te zetten en deze op de twee bandieten af te sturen, had Kuifje slechts aan de kogel kunnen ontkomen door vanaf een torenhoge krijtrots de dood in te storten. De bewust rots, ten oosten van de kustplaats Seaford (in het Kuifje album Eastdown geheten), had dan vast een bedevaartsoord geworden voor de fans van een van ’s werelds bekendste striphelden.

De valkuil van het Visitor Centre

Voordat ik afreisde naar Zuid Engeland hoorde ik van diverse mensen dat ik een bezoek aan de krijtrotsen gerust kon overslaan. Ze zouden bij langer na niet zo imposant zijn dan in reisbrochures wordt beweerd. Op grond van prachtige foto’s, die ik van de “Sussex Heritage Coast” kende begreep ik dit eigenlijk niet zo goed. Pas toen ik, zittend op de bank in de flat van Jason aan Hereford Court in Brighton, m’n uitstapje naar de beroemde kliffen voorbereidde vielen de teleurstellende ervaringen van een aantal mensen die mij voor waren geweest op hun plek. Kijkend op de kaart van het gebied viel mij eigenlijk onmiddellijk op dat het Seven Sisters Visitor Centre in West Dean eigenlijk geen geschikte plek is om de “cliff trail” te starten. Hoewel er weliswaar een mogelijkheid bestaat om naar de beroemde viewpoints te komen, wordt de bezoeker vanaf daar eigenlijk automatisch naar de voet van de kliffen geleid, een plek waarvandaan de beroemde uitzichtpunten niet bereikbaar zijn. Daartoe zou het water van Cuckmere Haven moeten worden overgestoken, maar een fatsoenlijke mogelijkheid daartoe ontbreekt. Slechts bij eb kan via de golfbrekers op bijna acrobatische wijze deze oversteek worden gemaakt. Slechts weinigen wagen zich hier echter aan.

Startpunt Seaford

Wanneer je de Seven Sisters wilt beleven zoals ze in menig reisbrochure staan afgebeeld, raad ik je aan om in Seaford te starten. Wanneer je vanuit Brighton de bus neemt sta je er binnen pakweg drie kwartier. De bus passeert daarbij het weinig pittoreske New Haven, waar vandaan je diverse ferry’s richting Frankrijk kunt nemen. In Seaford – waarvandaan de Heritage Coast zich in oostelijke richting uitstrekt – is het toerisme, in tegenstelling tot veel andere plaatsen aan de kust van Sussex, bescheiden gebleven. De niet al te grote plaats kent een compacte fraaie historische dorpskern, een ietwat kale kustpromenade en een mooi breed strand. Vanaf de kustpromenade en het strand zie je Seaford Head, de eerste van een lange reeks hoge krijtrotsen, in oostelijke richting opdoemen.

Seaford Head, de beroemde krijtrotsformatie meer dan een uur recht voor je

Direct buiten Seaford start de “Heritage Coast trail”. Een stijl pad baant zich langs het terrein van een uitgestrekte golfbaan omhoog. Rechts van het pad (de kant waar het grasland abrupt plaatsmaakt voor de stijle witte rotspartijen) verschijnen de eerste bordjes met het opschrift “Do not pass! be aware that chalk cliff falls are common in this area”. Tegelijkertijd ontvouwd zich achter je een fraai panorama op de kustlijn van Seaford en New haven. Een fraai begin van een lange trail. Als je het hoogste punt van Seaford Head hebt bereikt zal dit uitzicht echter snel vergeten zijn. Vanaf de plek waar Iwan en Wronzoff (de handlangers van dokter Müller) Kuifje voor een onmogelijke keuze proberen te stellen, presenteren de Seven Sisters zich plotseling in hun volle glorie.

Vanaf Seaford Head tot aan de cottage van Cuckmere Haven (de andere beroemde fotospot van de Heritage Coast), is het nog ruim een uur lopen. Maar dat is absoluut niet erg. Hoe dichter je “de zeven zussen” nadert, hoe imposanter ze worden. Als je denkt het mooiste uitzicht wel te hebben gehad dient zich nòg een mooiere “view” aan. De late ochtendzon, die ervoor zorgt dat binnen de fel opgelichte rotspartijen ruimte blijft voor een subtiele schaduwwerking, maakt daarbij het plaatje helemaal af. Ofschoon het wandelweer ideaal was toen ik deze tocht maakte, is het frappant hoe weinig mensen ik tot na de oversteek van Cuckmere Haven ben tegen gekomen. Já, ik heb ‘m inderdaad gemaakt, de risicovolle oversteek via de golfbrekers van Cuckmere Haven, die het prachtige pad over Seaford Head strikte gescheiden houden van het kiezelstrand waar alle bezoekers van het Visitor Centre bijna automatisch naar toe worden geleid. Maar voor ik me aan deze risicovolle onderneming waagde heb ik uitgebreid genoten van dat andere reisbrochureplaatje; inderdaad, de cottage van Cuckmere Haven met op de achtergrond de Seven Sisters. Een mooiere plek om je lunchtrommeltje open te trekken is nauwelijks denkbaar.

Het kiezelstrand van de “disappointing” people

Het kiezelstrand dat links op de hierboven geplaatste foto te zien is, is de plek waar vanuit het Visitor Centre het gros van de toeristen terecht komt. Je maakt op die plek weliswaar onderdeel uit van beide beroemde uitzichten maar beleefd ze eigenlijk niet. Mensen lopen, soms met meer dan 10 tegelijk naar de voet van de eerste der zeven zussen (prominent aanwezig op de foto hierboven) en kijken omhoog.  Een aantal onderneemt vanaf het kiezelstrand de klim naar de eerste “sister” en geniet daar van het uitzicht dat weliswaar fraai is maar niet vergelijkbaar met dat vanaf Seaford Head of (in iets mindere mate) Belle Tout Lighthouse, waar ik later die dag ook nog zou komen. Zo ongeveer het meest spectaculaire wat de bezoekers, die zich tot het kiezelstrand beperken, te zien krijgen zie je op de foto hieronder.

Letterlijk lopen over de zeven zussen

Vanaf Cuckmere Haven kan in oost-zuid-oostelijke richting over de Seven Sisters worden gewandeld. Deze wandeling is zwaarder en langer dan dat deze op het eerste gezicht lijkt, maar zeker de moeite waard. Als je na het passeren van de eerste “zus”, de Haven Brow, de toeristen achter je hebt gelaten slingert het pad zich door een gebied met uitgestrekte golvende weiden. Omdat de afstand tussen het wandelpad en de bovenrand van de kliffen bijna nergens groter is dan pakweg 100 meter, heb je tijdens deze tocht – die eindigt in Birling Gap – vrijwel voortdurend een fraai uitzicht op zee. Ik hoopte tijdens deze wandeling ergens de kust van Normandië te ontwaren maar daarvoor is de breedte van The English Channel hier toch al iets te groot. Het aantal meters dat tussen de “zussen” telkens moet worden geklommen en gedaald is overigens aanzienlijk. Als het hierbij telkens om 50 meter hoogteverschil gaat heb ik zeker niet gelogen. Als je na de Haven Brow ook de Short Brow, Rough Brow, Brass Point, Flat Hill, Bailey’s Hill en Went Hill hebt overwonnen en bij de uitspanning van Birling Gap bent belandt ben je ruim twee uur verder.

Gapscenemuziek 2

Vandaag vierde Paul, een collega van me, zijn 25 jarig jubileum. Het feest begon reeds aan het eind van de middag, maar nog verzadigd van allerhande soorten lasagne en een tikkeltje aangeschoten van het overheerlijke speciaalbier (gebrouwen ergens aan de Costa Brava) ging ik pas rond 11 uur vanavond huiswaarts. Thuis aangekomen ben ik verdergegaan met de Engelse vertaling van het stripalbum “Pizzacap” (dit album heb ik getekend tussen 2013 en 2015), dit onder genot van “Gapscenemuziek”. David Bowie en The Stooges waren de kers op de taart van deze toffe avond!

David Bowie, Christiane F, Wir Kinder vom Bahnhof Zoo (1981) met nummers zoals TVC15, Look Back in Anger, Station to Station en V-2 Schneider

The Stooges, The Stooges (1969) met nummers zoals I Wanna Be Your Dog, Search and Destroy en 1969

Na een welverdiende nacht heb ik de “gapscene-avond” nog even lekker voortgezet.

Cabaret Voltaire, #7885 (Elektropunk to Elektropop 1978 – 1985) met nummers zoals Nag Nag Nag, The Setup en Seconds too late

Django Django, Django Django (2012) met nummers zoal Hail Bop, Default en WOR

Zo, …..en nu ga ik heerlijk mijn handen uit de mouwen steken op Buurtmoestuin Korvel.

Brighton Rock(s) Deel 1

Het nummer “Brighton Rock” hoorde ik voor het eerst toen ik omstreeks juni 1988 de LP “Live Killers” van “Queen” kocht. Ik weet het nog goed. Tijdens de jaarlijkse sportdag, die altijd plaats vond op de sportvelden van Villa Blanca in Goirle, hoorde ik voor het eerst sinds mijn prille kindertijd “Bohemian Rhapsody” en “Bicycle Race” terug. Deze nummers bleken van de band Queen te zijn. Ik was meteen verkocht en besloot een LP van ze aan te schaffen. Ik was in die tijd (ik was toen 15 en zat op het speciaal voortgezet onderwijs) veel met muziek bezig, vooral met muziek uit mijn kindertijd en zelfs daarvoor. Met de hitparade van het tweede helft van de jaren ’80 had ik niet veel, nog steeds niet trouwens. Met artiesten zoals Blondie, Joy Division, ELO,  A Flock of Seagulls  en The Human League waren de prille jaren ’80 veel boeiender. Bovendien bevond ik me toen in een enorme psychische dip. Buiten schooltijd leefde ik praktisch als een kluizenaar. Thuis bracht ik uren lang door op mijn slaapkamer. Naast de stripjes, die ik toen al tekende, vormde de jaren ’60, ’70 en begin jaren ’80 beat en rock voor mij een ultieme vlucht uit de bittere werkelijkheid.

Van de plaats Brighton had ik wel eens gehoord. Dat lag ergens aan de kust in het zuiden van Engeland. Hoewel het nummer Brighton Rock me meteen aansprak, deed de stad Brighton me niet zo veel. Het lag immers niet tussen de hoge bergen en daar wilde ik zijn. Vooral naar het door mij totaal geïdealiseerde Garmisch-Partenkirchen wilde ik persé ’n keer heen. In mijn strips woonde ik er al en bijna elke nacht droomde ik ervan dat mijn ouders mij daar naar toe op vakantie namen.

Donderdag 14 september 2014, ruim 29 jaar nadat ik in de huiskamer van ons toenmalige huis aan het Hoefke in Riel, Brighton Rock voor het eerst hoorde, stap ik te Londen Victoria Station in de trein die mij naar (jawel) Brighton and Hove zal brengen. Via Croydon, Purley, Reigate en Gatwick baant de “Southern” zich door  het groene golvende landschap richting de Engelse Zuidkust. Even voorbij Hassocks schiet de trein een tunnel in en na het verlaten ervan ben je er plotseling, Brighton and Hove. Met de klanken van Queen in m’n hoofd stap ik uit, verbaas me over het indrukwekkende victoriaanse station en loop “The City that Rocks” tegemoet.

Happy little day, Jimmy went away
Met his little Jenny on a public holiday
A happy pair they made, so decorously laid
‘Neath the gay illuminations all along the promenade
“It’s so good to know there’s still a little magic in the air
I’ll weave my spell”
“Jenny will you stay – tarry with me pray
Nothing ‘ere need come between us tell me love, what do you say ?”
“Oh no I must away to my mum in disarray
If my mother should discover how I spent my holiday
It would be of small avail to talk of magic in the air
I’ll say farewell”
O rock of ages, do not crumble, love is breathing still
O lady moon, shine down a little people magic if you will
Jenny pines away, writes a letter everyday
“We must ever be together, nothing can my love erase”
“Oh no I’m compromised, I must apologise
If my lady should discover how I spent my holidays…”
Oooh oooh oooh oooh
Ooh oh oh oh oh ha

Gapscenemuziek 1

Zoals de meesten van jullie inmiddels wel weten heb ik vanaf mijn tienertijd een hele stripboekenreeks bij elkaar getekend, de GAPscene, waarvan de albums overigens ook gewoon via dit blog besteld kunnen worden. Waar veel mensen die me kennen niet van op de hoogte zijn, is de sfeer waarin ik het liefste mijn strips teken. Het was door allerlei festiviteiten en verplichtingen al weer iets te lang geleden, maar vanochtend heb ik m’n eigen er weer eens helemaal ondergedompeld in mijn Gapscenemuziek. Waarvoor anderen ’n joint of ’n pilletje nodig hebben volstaan voor mij bepaalde nummers om het gevoel te krijgen, “Ik teken de gehele wereld bij elkaar en los alle wereldproblemen in een handomdraai op”. Hieronder het overzicht van de songs die mij vanochtend veel inspiratie en kracht hebben gegeven.

Sonic Youth

Het album “Daydream nation” met onder andere: Eric’s Trip, Total Trash, Silver Rocket, The Sprawl en Eliminator.

The Stranglers

Het album “No more heroes” met onder andere: I feel like a Wog, Bring on the Nubiles, No more Heroes, Straighten Out en Rok it to the Moon.

A Flock of Seagulls

Het album “We are the ’80’s” met onder andere: I Ran, Wishing, Telecommunication, Nightmares en (It’s not me) Talking.

Binnenkort het vervolg van de muzikale reis á la Gapscene.

Routes richting de besneeuwde bergen

Reeds als kind kon ik uren door de atlas bladeren, de “Nieuwe Grote Wereldatlas” van Elsevier. Ver voor de tijd dat dingen zoals Googlemaps en Streetview het levenslicht zagen, droomde ik van al die hoge bergketens,  al die peilloos diepe oceanen en al die dorpen en steden die ik alleen als stipje of blokje op de kaart kende. Hoe zou het er daar uitzien? Even een fotootje zoeken via het internet ging in de “The Eighties” nog niet. Alleen de encyclopedie bood zo nu en dan uitkomst doordat toevallig een klein fotootje van die plek in het lijvige boekwerk was opgenomen. Thuis gingen wij lange tijd nooit op vakantie. Een schoolvriendje van mij wel. Hij ging met z’n ouders naar Noorwegen, het Bodenmeer en naar Garmisch-Partenkirchen. Daar wilde ik ook heen, de besneeuwde bergtoppen zien. Hangend over de Falk-wegenkaart van West Duitsland, die ik in de zomer van 1984 van mijn ouders kreeg, verdiepte ik me in de Autobahnen richting Zuid Duitsland, richting Zugspitze, Alpspitze, Mädelegabel, Nebelhorn en Watzmann.

Autobahn 7 (nabij Kempten) met uitzicht op de Allgäuer Alpen

Autobahn 95 (München – Garmisch-Partenkirchen) met uitzicht op het Wettersteingebirge.

Dit is de openingspagina van het stripalbum “Pizzacap”. Omdat van dit album in 2015 een oplage verschenen is, hebben een aantal van jullie het wellicht in huis. In Pizzacap stel ik, doorgaans op absurdistisch-humoristische wijze, de wereld van de systeemgastronomie aan de kaak. Toen ik in Garmisch-Partenkirchen woonde heb ik in het fastfoodrestaurant, waar deze strip zich afspeelt, ook daadwerkelijk gewerkt. Vorige week ben ik begonnen om de engelstalige versie van de album te gaan “gestalten”. Ergens in het voorjaar van 2018 hoop ik ’t uit te kunnen brengen.